West-Frisia

't Zwarte inkt › Fusie Moser-AH, Bataaf en Brc enige redmiddel

Volgende week prijkt er met het OZ-Wielerweekend de vierde Topcompetitie wedstrijd op het programma. Al kijkend naar de stand, blijken de ploegen met Noord-Hollandse roots er niet zo florissant voor te staan. Van de achttien deelnemende ploegen komen we Moser-AH op een veertiende stek tegen. Voor de combinatie van Kennemerland en de Bataaf moeten we nog iets verder op de lijst afzakken. De combiploeg bezet een vijftiende stek. Voor beide een plaats in de gevarenzone. Vorig jaar degradeerden de laatste vijf uit de eindstand.
Moser-AH, de formatie van Aike Visbeek en Merijn Zeeman, begon goed aan de acht wedstrijden tellende cyclus. In de openingsklassieker de Ster van Zwolle werden er direct een vijftal punten gescoord. Vervolgens verging het de lichtblauwe trein een stuk minder. Zowel in ZLM als in de Ronde van Midden-Nederland bleef het tradeteam puntloos. Bij Brc/de Bataaf staat de teller nog maar op twee. Enkel in de tweede klassieker, de ZLM-Tour zorgde Ivor Bruin met een scherpe spurt voor enkele punten voor de formatie van Paul Tabak en Theo Smit.
Wanneer men de notering op de ranglijst niet weet te verbeteren, lijkt er zich een doemscenario voor het Noord-Hollandse wielrennen te voltrekken. Moser-AH zal flink gas moeten geven om in de stand op te schuiven. De niet-Noord-Hollandse lijken steeds vaker te worden uitgespeeld. Of de Noord-Hollandse renners daarbij gebaat zijn, is nog maar de vraag. De combiploeg van de Bataaf en Kennemerland moet een nog groter achterstand zien goed te maken. Mits hetzelfde promotie/degradatiesysteem als vorig jaar wordt gehanteerd, dan staat er voor de formatie nog een achterdeurtje open. Mocht de ploeg degraderen, dan kan ze handhaving afdwingen door een topvijf notering in de clubcompetitie finale. Een eis die minder eenvoudig is, dan het lijkt. Door de vernieuwde opzet van het weekend, het schrappen van de ploeggentijdrit, lijken de Beverwijkers een stuk minder zeker van een topnotering.
Een fusie of samenwerkingsverband in de nabije toekomst lijkt de enige oplossing. Naast rancune en 'oud zeer' kan er niet veel in de weg staan. Zowel de ploegleiding van Moser-AH als die van Kennemerland heeft de opleiding van jonge renners hoog in het vaandel. Daarbij komt nog eens dat beide formaties een goed buitenlands programma preferen boven de Nederlandse wedstrijden. Het Nederlandse programma dient slechts als basis. "Wielrenner wordt men echter in het buitenland", predikken beide teams.
De heren Visbeek, Tabak, Zeeman en Smit moeten daarom maar snel met elkaar om tafel. Want twee uit de Topcompetitie gedegradeerde Noord-Hollandse ploegen, daar is het provinciale wielrennen toch zeker niet bij gebaat. (TH)